Manuel Antonio
Van Monteverde naar Manuel Antonio, 1 oktober
Onderweg naar Manuel Antonio
passeren we de Tárcoles rivier. Deze staat bekend om de hoeveelheid
krokodillen. We hebben veel geluk want we tellen zeventien exemplaren
in het water beneden ons.
In het verleden werden hier nog wel eens toeristen door gewapende mensen
overvallen. Maar nu is er een politiepost bij die brug, dus dat zal daar
wel mee te maken hebben.
Het toerisme is momenteel zo slap dat we eens gaan proberen om over de hotelovernachting
te onderhandelen. Bij het eerste hotel dat we in Quepos bezoeken vragen
we wat een overnachting kost, waarop de wedervraag is: “Wat heb je er voor over?”
Zo rijden we nog even rond en besluiten dan om een appartement in
Condominium
Villas Mymosa te huren.
Het appartement is belachelijk groot.
We hebben redelijk veel van de prijs afgehaald en nu is de
prijs/kwaliteitverhouding wel érg gunstig. Het bestaat uit een grote
ruimte op twee niveaus. Op elk niveau staat een groot bed. Daarnaast is
er een keuken, een zithoek, een t.v. (ook een zeldzaamheid in Costa Rica)
en een grote badkamer. Aan de voorkant is een terras en aan de achterkant
is een groot balkon, met eethoek en hangmat.
Alleen de sloten zijn hier wel wat vreemd. We denken de balkondeur van het
slot te doen en gaan samen buiten wat drinken. Na een tijdje besluiten we
dat het tijd wordt om eens naar Quepos te gaan.
Dan blijkt dat we de balkondeur met geen mogelijkheid meer open krijgen, we
kunnen niet meer van het balkon af. Het nadeel van dit rustige seizoen
is dat er dus ook niemand is die je kan helpen.
Na lang roepen komt er dan toch een man, om voor ons van binnenuit de deur
open te doen. Wij vinden de situatie erg komisch maar de man is blijkbaar
gestoord bij belangrijke activiteiten, want hij reageert erg chagrijnig op de
situatie.
Onze kleding zit inmiddels allemaal in de waszak en de lucht is beslist
onaangenaam te noemen. Aangezien we over een paar dagen moeten vliegen en
alle kleding weer in moeten pakken, besluiten we om de was te doen. Al
snel blijkt dat je hier de was láát doen. Natuurlijk ben ik zo eigenwijs
dat ik zo veel mogelijk zelf wil doen en terwijl ik daar mee bezig ben, breekt
van het ene op het andere moment een regenbui los, van apocalyptische omvang.
Het duurt maar vijf minuten, maar er komt zoveel water omlaag, dat de diepe goten,
die hier speciaal tussen trottoir en straat gemaakt zijn (wel uitkijken waar
je loopt met oversteken, je breekt zo je been) binnen één minuut compleet
overstroomt zijn.
Op zoek naar een restaurant blijkt dat het hier wel erg duur is, vergeleken met
de andere delen van Costa Rica. Voor één gerecht betalen we hier net zoveel als
eerder voor de hele restaurantrekening.
We eten in het restaurant van
El Mono Azul. Daar hebben ze een project:
“Kids saving the rainforest”, waarin kinderen meehelpen om het regenwoud te
behouden. Één van de dingen die ze doen is verweesde babydieren opvangen en
later weer uitzetten. De kinderen zorgen dan voor deze dieren. Momenteel hebben
ze daar twee baby luiaards in een soort open kooi (de kooi heeft geen voorkant
maar komt gewoon in de lobby uit.) Het is erg schattig. Er staan bomen in de
kooi, waar dan weer allerlei hangmatten in hangen met knuffeldieren, die mammie
voor moeten stellen. De luiaardjes liggen samen lekker tegen een grote knuffelhond
te slapen. Het is jammer, maar begrijpelijk, dat we ze niet mogen aaien.
Verblijf in Manuel Antonio, 2 oktober
We zijn zojuist
wakker geworden in onze Villa Mymosa en ik sta nu een ontbijtje
te maken met een gekookt eitje en geroosterd brood. Terwijl ik
dit doe moet ik opeens terugdenken aan ons ontbijt in de Arenal Observatory lodge. Daar kon je zelf met het
een of andere machine je brood roosteren. Je moest daar je
boterham inleggen. Vervolgens ging die langzaam op een soort
lopende bandje naar achteren, alwaar hij weer naar beneden viel,
op een ander lopende bandje, die het inmiddels geroosterde
boterhammetje weer naar buiten leidde. Erg geavanceerd. Maar ja,
mijn boterhammetje bleef haken en viel dus niet op het onderste
lopende bandje, en werd door de hitte al zwarter en zwarter, en
vloog uiteindelijk in brand. De vlammen sloegen uit het apparaat.
Na veel geroep richting keuken kwam een gealarmeerde kok het
machine redden.
Na het ontbijt gaan we naar nationaal park Manuel
Antonio.
We zijn nu zoveel rust gewend dat we dit park druk vinden, ook al
is het bezoekeraantal nog geen 10% van dagen in het hoogseizoen.
In eerste instantie vinden we het irritant dat er zoveel
mensen zijn. Maar het voordeel hiervan blijkt al snel, want als
ergens een groepje mensen in een boom staat te turen dan zit er
iets.
In eerste instantie zien we alleen maar een paar
agouties en veel leguanen terwijl dit park toch bekend staat om
zijn grote hoeveelheid, niet zo schuwe, wild. Maar bij de
picknickplaats aan het strand hangt een luiaard perfect in beeld,
en die probeert van de ene in de andere boom te klauteren. Voor
een luiaard gaat dat toch nog best rap. Maar uiteindelijk bereikt
hij zijn doel niet en kruipt hij weer naar de top van de boom.
Andere dieren die we zien zijn neusbeertjes, een heleboel mooie
grote krabben en hele rare witte apen op twee benen.
Dat is het nadeel van zon toeristisch park als Manuel
Antonio.
Daar lopen dus mensen door het oerwoud in hun bikini, en dan ook
nog van die sletterige types. Eentje had een leuke
moderne witte bikini aan met een hippe cowboyhoed op
haar hoofd, bijpassende slippertjes en bijpassende macho.
Gelukkig zijn er ook nog een heleboel andere dieren te zien.
Tijdens het hoogseizoen zetten veel dieren tijdens lunchtijd
koers naar de picknickplaats, maar ze weten kennelijk dat het nu
nog geen hoogseizoen is. Er verschijnt alleen een
wasbeervrouwtje, dat een toerist met boterham plotsklaps van zijn
lunch berooft.
We vragen aan de gidsen of ze weten waar de beroemde
doodshoofdaapjes zich ophouden, maar geen van hen heeft ze
vandaag gezien. We vinden het mooi geweest voor vandaag en
wandelen via de achteruitgang het park uit. En daar zien wij
ineens die kleine aapjes waar Manuel
Antonio om
bekend staat. Ze zijn heel erg bedreigd en staan op het punt om
uit te sterven. Ze bewegen zich dag en nacht voort en zijn dus
moeilijk te traceren. Maar wij zien ze wel! Ze zijn bessen aan
het eten op de uiteinden van de takken, dus we kunnen ze heel
mooi zien. Daarna swingen ze door het oerwoud weer weg. Ze maken
enorme sprongen van boom naar boom, zeker voor zulke kleine
aapjes. En soms gaat het mis. Dan vallen ze een paar takken naar
beneden. Maar ze vallen niet tot helemaal op de grond, tenminste
niet dat wij gezien hebben.
Verblijf in Manuel Antonio, 3 oktober
Onze laatste volle dag in Costa Rica.
Het is maar goed dat we hier morgen weg gaan, want onze badkamer verandert langzaamaan
in een zwembad, en ze kunnen de lekkende boiler morgen pas maken. Maar ja, het is hun
appartement en niet het onze.
We hebben geen zin meer om onszelf opnieuw helemaal bezweet te lopen door een regenwoud.
Bovendien hebben we toch alles gezien, waar we vooraf alleen maar van konden dromen. Dus
nemen we de auto en rijden zuidelijk tot Palmar Sur. We proberen op zoek te gaan
naar het moerasgebied bij de Rio Sierpe maar dat lukt niet. We blijven maar door
oneindige notenplantages rijden. Daar komt gewoon geen eind aan, dus keren we uiteindelijk
maar om.
We besluiten om toch nog maar eens te gaan eten bij
El Mono Azul omdat het daar de vorige
keer wel lekker was en niet al te duur. Bovendien willen we de baby luiaards nog eens zien.
Als we aankomen liggen ze allebei op ooghoogte in een boom te slapen.
Tijdens het eten zien we dat men voor andere gasten een fruitdrank in een blender maakt. We willen wel eens weten hoe ze dat nu precies doen, want dan kopen we thuis ook
een blender. De drankjes zijn hier hartstikke lekker.
Daarom vragen we of we mogen kijken hoe ze dat doen. We worden uitgenodigd in de keuken en
alles wordt uitgebreid gedemonstreerd. De kok heeft duidelijk plezier in onze interesse in
dit typisch Costa Ricaanse gebruik en laat ons allerlei varianten proeven.
Na het eten gaan we nog eens naar de luiaardjes kijken. Een van de twee is wakker geworden
en hangt op zijn kop aan een blaadje te sabbelen. We horen hem smakken. Zóóóó schattig.
Naar Miami, 4 oktober
De rit naar San José
duurt veel langer dan verwacht. Gelukkig zijn we ruim op tijd
vertrokken zodat we niet in de stress zitten.
Uiteindelijk zijn
we er toch drie uur van tevoren, maar dat is absoluut niet nodig.
De veiligheidsmaatregelen zijn hier echter zo uitgebreid dat het
wel prettig is er vroeg te zijn. Dat voorkomt dat we erg lang in
een rij moeten wachten.
Voordat we ons in de rij voor de
incheckbalies kunnen voegen, moeten we namelijk eerst in de rij
voor de bagagecontrole. Daarbij moet alle bagage geopend worden
en gaan gehandschoende handen door alle koffers en tassen. En
iedereen kan meekijken.
Maar aangezien we vroeg zijn, duurt dit
alles niet lang en hebben we nog een zee van tijd over. San José
heeft een van die internationale vliegvelden, met nauwelijks
vliegverkeer, waar helemaal niets te beleven is. We besluiten dan
ook om weer terug te gaan naar buiten, om in de zon te zitten. Op
zoek naar een zitplaats belanden we bij wat waarschijnlijk
de achteringang van het vliegveld is.
Na een poosje verschijnt
daar steeds meer bewaking en een cameraploeg. Ook de plek waar wij
staan wordt bewaakt en we vragen aan de man of er een VIP komt.
Hij bevestigt dit en noemt een naam die we niet kennen. Hans
denkt bij het woord VIP direct aan voetballers, maar de man zegt:
No, el presidente. Er verschijnt meer en meer
bewaking, en niemand mag zich binnen dit gedeelte van het
vliegveld begeven. Maar om een of andere reden worden wij niet
weggestuurd.
Als even later een grote grijze auto zonder
nummerborden verschijnt mogen we zelfs dichterbij komen om het
schouwspel beter te kunnen bekijken. We staan, als enige
toeschouwers, op een afstandje oog in oog met de president, die
geïnterviewd wordt voor de camera, en trekken de bijzondere
aandacht van zijn bodyguards. Er is er een bij die ons een
kwartier lang onafgebroken observeert en in zijn verborgen
microfoontje, aan de beveiligingsbeambte die naast ons staat,
vraagt wat wij hier doen. Als de president naar binnen gaat wordt
het voor ons tijd om naar het vliegtuig te gaan.
Onderweg moeten
we nog twee keer onze handbagage open maken, waarvan een keer in
de slurf. Naast de röntgencontrole, is de handbagage dus ook nog
eens drie keer met de hand doorzocht. Nou valt die van mij
natuurlijk wel op, omdat die gevuld is met drie cameras,
lenzen, veel fotorolletjes en veel elektrische snoeren. Om 22.30
uur landen we op Miami.
We moeten nog een kwartier (!) taxiën
voor we eindelijk bij de gate zijn. We zijn de enige Nederlanders
die hier uitstappen. Niemand anders maakt gebruik van de
mogelijkheid een stop-over in Florida te maken. Op de een of
andere manier krijgen we het klaar om deze keer zó laat bij de
bagageband te komen, dat deze al stilstaat met onze koffers
eenzaam en verlaten aan de zijkant.
Het vliegveld is compleet verlaten maar
er rijden nog pendelbussen om ons rechtstreeks naar het
verhuurdepot van Alamo te brengen. Daar blijkt de enige cabriolet
net binnen te zijn en nog bij de wasserij te staan. Uiteindelijk
komen we om 1.00 uur s nachts bij ons hotel aan.
Vervolg: Florida
Bijbehorende foto's